Se composer de, consister en / dans, être constitué de, être composé de.
Subject Item
_:vb9085706
rdf:value
De vliegtuigen waren afdankertjes uit de eerste wereldoorlog. Het enige hulpmiddel bij de navigatie bestond uit een gebrekkig kompas, dat als gevolg van de statische elektriciteit in de atmosfeer voortdurend op hol sloeg; van boordradio had nog niemand zelfs gedroomd.
dcterms:bibliographicCitation
« Post over de appalachen » dans Pep numéro 17, 25 avril 1967, page 26.
Subject Item
_:vb9085707
rdf:value
de 11 hoofdstukken waaruit het boek bestaat : les 11 chapitres qui composent le livre.
Subject Item
_:vb9085708
rdf:value
de deuren en spatborden bestaan uit aluminium : les portières et les garde-boue sont en aluminium.